Op de dag dat ik gedoopt werd (25 juni 1967) raasde een wervelwind door Vlaanderen. Honderden huizen werden vernield en een frietkraam vloog door de lucht. In de kerk van een zwaar getroffen dorp werd op dat ogenblik een zevende zoon gedoopt. Omdat hij de zevende zoon was, werd hij vernoemd naar onze koning: Boudewijn. Op die dag, werd ik dus ook gedoopt en omdat ik niet de zevende zoon of dochter was, kozen mijn ouders zelf mijn naam. Mijn moeder haalde mijn naam uit een sprookje van Hans Christiaans Andersen: het meisje met de rode schoentjes.
Ik groeide op met mijn twee oudere broers en ja, af en toe droeg ik rode schoenen. En de sprookjes? Ik heb ze bijna allemaal gelezen.
Aardrijkskunde en geschiedenis waren niet mijn lievelingsvakken. We moesten veel uit het hoofd leren en de leerkracht was best streng. Op een dag maakte ik een limerick over de leerkracht en verstuurde het naar een populair tienertijdschrift. Mijn limerick werd gepubliceerd. De hele school las het. Ik was wel trots, maar durfde bijna de klas niet meer in. De aardrijkskundeleerkracht heeft er nooit iets over gezegd.
Net als Leentje uit mijn tweede boek Koningskind, droeg ik een uniform. Eerst een donkerblauw, later een grijs. Opstellen schreef ik graag, maar ik hield me meestal niet aan de opdracht, daarom kreeg ik niet altijd goede punten. Op school vonden ze dat ik zeker geen talen moest studeren. Ik koos dan maar wiskunde en wetenschappen. Dat lukte. Ik heb nu een fijn beroep. Toch begon ik 15 jaar later ook met schrijven.
Voor en na mijn studies woonde ik verschillende jaren aan de andere kant van de wereld. Internet bestond nog niet en bellen was duur. Ik schreef. Alles wat ik meemaakte en kwijtwilde beschreef ik in brieven van 6 tot 12 bladzijdes lang. Elke week. Soms kopieerden mijn ouders de brieven om ze uit te delen aan familie en vrienden.
Eenmaal terug in België, had ik even genoeg van verre landen en besteedde ik mijn vakanties aan de Belgische kust. Eén van die zomers was koud en regenachtig. Ik bracht mijn tijd vooral door met schrijven. Ik ontdekte de website van Creatief Schrijven en besloot deel te nemen aan de schrijfwedstrijden. Elke maand één. Met het eerste verhaal: Oerbroer won ik. Er volgden nog verhalen, lange en korte. Toen begon ik met boeken.